Nieuws

Velon overhandigt De Staat aan Minister Van Engelshoven

De Minister was vol lof over deze online uitgave.

Velon overhandigt De Staat aan Minister Van Engelshoven

Tijdens een online bijeenkomst kreeg Minister Van Engelshoven De Staat van de Lerarenopleider aangeboden door de redactie van deze publicatie (Helma Oolbekkink – Marchand, Quinta Kools, Harry Stokhof en Maaike Vervoort) en Miranda Timmermans (voorzitter van Velon). 

De Minister was vol lof over De Staat: “Veel dank voor jullie werk. Ik vind het ontzettend mooi dat het er ligt. Ik ga jullie Staat met heel veel belangstelling lezen”. Vervolgens ging ze met de redactie en de voorzitter van Velon in gesprek. 

Inductie en professionalisering van lerarenopleiders

In het gesprek wilde de Minister weten hoe de inductie van lerarenopleiders verbeterd kan worden. In het antwoord werd door de aanwezige lerarenopleiders gerefereerd aan het artikel in De Staat van de Lerarenopleider over beginnende lerarenopleiders, waar de diverse achtergronden van beginnende lerarenopleiders genoemd worden. Het vak van lerarenopleider is complex en los van de bagage die ze meenemen, moeten beginnende lerarenopleiders leren wat de kern van hun beroep is. Belangrijk is om met de individuele leer- en ontwikkelbehoefte van de beginnende opleider rekening te houden.

Over de inductie van startende leraren werd opgemerkt dat lerarenopleiders in de scholen vooral gezien worden als opleiders van studenten, terwijl een lerarenopleider gezien zijn competenties en ervaring ook goed ingezet kan worden om starters te begeleiden en te ondersteunen. Het versterken van de positie van deze opleiders zou ook de startende leraren helpen.

Ook het personeelsbeleid van lerarenopleidingen kwam aan de orde. De Minister vroeg zich af hoe we ervoor kunnen zorgen dat er voldoende aandacht is voor de professionalisering van lerarenopleiders. Op dit vlak gebeurt zeker het een en ander, maar de aandacht zou meer en gerichter mogen. Nu nemen lerarenopleiders hier vooral zelf initiatief en vaak in hun vrije uren. Is dat hoe we het willen met elkaar? Met BRLO is een laagdrempelige manier van werken aan professionalisering ontwikkeld, die zou passen binnen het personeelsbeleid van elke organisatie.

Ontwikkelingen in het onderwijs

In hoofdstuk 6 van De Staat van de Lerarenopleider worden ontwikkelingen “in” en “om” het onderwijs beschreven die direct invloed hebben op het werk van lerarenopleiders. De Minister stelde de vraag of lerarenopleiders hier voldoende op voorbereid zijn. We kunnen nog niet zeggen dat we hierin voorop lopen, maar er wordt wel aandacht aan besteed, zo werd duidelijk in het gesprek. Als voorbeeld werd de themagroep Toekomstbehendig opleiden genoemd, is er gesproken over het belang van de inhoudelijke component, maar ook over zaken als flexibilisering en werken met leeruitkomsten. Dat vraagt een andere manier van denken, een attitudeverandering en dat kost tijd. Andere wegen die ingezet zijn om als lerarenopleiding beter aan te sluiten bij actuele ontwikkelingen, is het werken met zelfsturende teams en het uitvoeren van praktijkgericht onderzoek samen met scholen. 

Mooi aan de beroepsgroep lerarenopleiders is dat opleiders uit de instituten en uit de scholen al gewend zijn met elkaar in gesprek te gaan over goed opleiden en goed onderwijs. Het gesprek is daarmee meer vanuit gezamenlijk perspectief, en met veel respect voor de kwaliteiten van beide partijen.

Lerarenopleiders aan tafel

De Minister erkende bij de afronding van het gesprek het belang dat lerarenopleiders mee praten over goed onderwijs. Ze gaf aan “graag met lerarenopleiders in gesprek te blijven over goed onderwijs (bijvoorbeeld rondom de Commissie Onderwijsbevoegdheden en ook met elkaar te zorgen dat het blijven opleiden meer structureel met het onderwijs verankerd wordt. Daar geven jullie heel veel goede handvatten voor. Volgens mij ga ik daar in jullie Staat veel tips en handreikingen voor vinden.”