Nieuws

In gesprek met de Commissie Onderwijsbevoegdheden

Tijdens een online bijeenkomst op 26 oktober jl. gingen zo’n 25 lerarenopleiders in gesprek met de Commissie Onderwijsbevoegdheden.

In groepjes gaven lerarenopleiders hun mening over enkele denkrichtingen van de Commissie. De 25 lerarenopleiders waren afkomstig uit verschillende sectoren, en duidelijk werd dat iedere sector zijn uitdaging heeft. De deelnemers stelden fundamentele vragen en verzochten de Commissie ambitieus te zijn in hun uitwerking.

Kern van het beroep

De Commissie heeft een (eerste) pedagogisch en didactische kern van het beroep van leraar geformuleerd. De aanwezige lerarenopleiders waren verdeeld over de vraag of het mogelijk is een kern te formuleren die voor alle vakken en sectoren gelijk is: de context waarin een leraar werkt is immers verschillend. Overeenkomst is wel dat het leraarschap een relationeel beroep is en dat iedere leraar interesse moet tonen voor zijn leerling / student. Ook het leren van de docent zelf zou kern van het beroep moeten zijn. Aandachtspunt is de taal die gebruikt wordt om deze kern te beschrijven.

Bevoegdheid als ‘startbewijs’

De Commissie wilde graag weten wat lerarenopleiders vinden van het idee dat leraren een ‘startbewijs’ voor hun beroep behalen en daarmee in de volle breedte van het beroep bevoegd zijn. Volgens de deelnemers is het moeilijk voor te stellen hoe de opleiding er uit komt te zien, en ook hoe de wisselwerking tussen opleiding en school georganiseerd kan worden. Ook stelden zij de vraag of het nieuwe stelsel er voor zorgt dat het beroep aantrekkelijker wordt? En wat is de plek van het vak en de vakdidactiek?

De rol van de beroepsgroep

Wat is de rol van de beroepsgroep en van werkgevers in de professionele ontwikkeling van leraren, wanneer leraren eenmalig een ‘startbewijs’ halen en vervolgens in de praktijk verder ontwikkelen? De Commissie werd geadviseerd inspirerende voorbeelden in landen als Ierland en Australië te bekijken. Centraal staat de “gouden driehoek” van opleiding, leraar en school. Belangrijk is dat ontwikkeling niet alleen gaat over het vormen van trainingen of cursussen, maar ook over met elkaar praten over het beroep. Lerarenopleiders riepen de Commissie op ruimte te bieden om te experimenteren. Een andere vraag is wie straks mag bepalen of iemand een bepaald bouwsteen heeft gehaald. Hier zou een rol weggelegd moeten zijn voor zowel opleiding als school (Samen Opleiden).

Onderwijskwaliteit

Gebrainstormd werd over de vraag hoe nieuwe schotten te voorkomen zijn en op welke wijze een hoog niveau van onderwijskwaliteit gerealiseerd kan worden. Belangrijk is de inductiefase van een leraar en de inrichting daarvan. Ook werd gesproken over doorgroeimogelijkheden: is het mogelijk een perspectief van 10 jaar te schetsen? Steeds terugkerende vraag was hoe een en ander georganiseerd zou moeten worden. Daarbij werd de rol van de scholen het perspectief van de schoolopleiders nadrukkelijk genoemd.

De toekomst van het leraarsberoep

De Commissie Onderwijsbevoegdheden heeft de opdracht gekregen een nieuw bevoegdhedenstelsel uit te werken. De opdracht van de commissie betreft de bevoegdheid, het opleiden en de loopbaanontwikkeling van toekomstige leraren.

De Commissie neemt de input uit deze en andere gesprekken mee in een tussenverslag (januari 2021) en het eindverslag (voorjaar 2021). Of er in de tussentijd opnieuw een inspraakronde komt is nog niet bekend.