Wat is het effect van digitalisering van reken- en spellingtoetsen op de toetsresultaten in groep 3?
Diverse studies tonen aan dat leerlingen op vrijwel alle rekendomeinen met digitale toetsen vergelijkbaar scoren als met papieren toetsen.
Toetsen van leerlingvolgsystemen kunnen tegenwoordig vanaf groep 3 zowel op papier als digitaal worden afgenomen. De weergave van de opgaven en inhoud van de digitale en papieren toets is daarbij vrijwel identiek.
Uit diverse studies komt naar voren dat leerlingen op vrijwel alle rekendomeinen met digitale toetsen vergelijkbaar scoren als met algemene, papieren toetsen. Ook voor spelling zijn er geen aanwijzingen dat digitaal toetsen van invloed is op het maken van opgaven of op de toetsresultaten in groep 3.
Verklaring: het geleerde is abstracte kennis geworden
Uitgaand van het encoding specificity principle zou je wel een verschil verwachten tussen oefen- en toetsmedium en resultaten. Volgens dit principe is het ophalen van kennis gemakkelijker als de toetscontext lijkt op die van de oefencontext. Met het ophalen van de herinnering aan het leermoment kun je gemakkelijker de opgedane kennis ophalen. Uitgaand van dit principe zou je verwachten dat leerlingen die een digitale training krijgen, een digitale toets beter maken dan een papieren toets en andersom. Het feit dat er geen verschillen in toetsresultaten zijn gevonden, betekent dat de kennis die is opgedaan tijdens het oefenen is opgeslagen als abstracte kennis. De herinnering aan de oefenmomenten hoeft dan niet te worden opgehaald om toegang te krijgen tot de opgedane kennis.
—————
Lees verder via de website van de Kennisrotonde
Heb je zelf ook een vraag die je graag met kennis uit wetenschappelijk onderzoek beantwoord ziet? Stel hem dan aan de Kennisrotonde.