BRLOFocus op professie

Een passend BRLO-traject binnen Samen Opleiden & Professionaliseren

In gesprek met Hjerre Bors van Opleidingsschool Zutphen.

Een passend BRLO-traject binnen Samen Opleiden & Professionaliseren

Hjerre is gestart als schoolopleider binnen de opleidingsschool Zutphen. Vorig jaar heeft hij naast deze rol ook taken als opleidingsdocent binnen een van de lerarenopleidingen binnen de HAN vervuld. Inmiddels is Hjerre Bors volledig werkzaam bij de Academie Educatie van de HAN en als instituutsopleider werkzaam bij het partnerschap waar hij eerst schoolopleider was.

Starten vanuit waardering voor diversiteit

Bij de start van dit traject hebben school- en instituutsopleiders elkaars kwaliteiten benoemd vanuit een concrete situatie. Zo sprak ik met schoolopleider Gert-Jan over mijn college vakdidactiek voor studenten rondom vraagtechniek. Gert-Jan besprak een bijeenkomst waarin een stageleertaak werd uitgelegd. Vervolgens gingen we benoemen welke kwaliteiten we van elkaar zagen in deze verhalen. Bij Gert-Jan was ik bijvoorbeeld onder de indruk van zijn behulpzaamheid richting studenten omdat bewust bezig was iedereen te spreken en met vertrouwen de bijeenkomst te laten verlaten. Daarnaast zag ik hierin dat Gert-Jan praktijkgericht was, hij vertaalde een abstracte theoretische opdracht (over omgevingsgericht onderwijs) op dusdanige wijze dat studenten een duidelijke voorstelling hadden van wat er van ze verwacht werd. Gert-Jan benoemde bij mijn college dat ik modelling toepaste doordat ik de theorie rondom vraagtechniek meteen in praktijk bracht in het onderwijsleergesprek dat ik met de studenten had.

Teach as you preach
Boeiend was dat we vanuit die bewustwording onder leiding van Bob Koster hebben we samen gewerkt aan onze dossiers. Alhoewel, in de bijeenkomsten hebben we niet zozeer aan de dossiers zelf gewerkt. Juist vanuit de gebruikte werkvormen binnen dit traject werden we uitgedaagd om te reflecteren op onze praktijk vanuit de theorie over opleiden. Achteraf bleek dan dat we de opbrengsten daarvan konden benutten voor het dossier, ieder vanuit zijn eigen thema’s. In het voorgaande voorbeeld sloot de besproken situatie natuurlijk goed aan bij het onderdeel ‘authentieke situatie’ van de registratie. Fijn is dat de trajectbegeleider enorm veel kennis meeneemt. Als je boven de leerstof staat is het gemakkelijker om te zien wat er speelt en af te stemmen op al die verschillen. Of het nu om onderwijzen, opleiden of professionaliseren gaat… afstemmen blijft toch de kunst. Mooi is dat ook het registratiedossier dat vraagt. De valideringsvragen helpen bij de bewustwording. Wat doe je al als lerarenopleider en welke aspecten van het opleiderschap vereisen meer bewuste aandacht? Met de bijeenkomsten van Bob Koster kregen we daar steeds meer woorden voor.  Het traject heeft mij geholpen helder te krijgen hoe ik als instituutsopleider, samen met schoolopleiders in de beroepspraktijk een verbindende functie vervul tussen de wereld van theorie en praktijk. Richting het einde van het traject gingen we pas aan onze dossiers schrijven. Met een klassiek buddysysteem zijn we in tweetallen aan de slag gegaan. Ieder met het schrijven van zijn eigen stukken, maar ook feedback geven op elkaars producten. Vol spanning zit je dan te wachten als het dossier is ingediend. Het is dan ook ontzettend fijn als je merkt dat de assessoren het met aandacht hebben gelezen. De feedback die we kregen was uitgebreid en zorgde voor nieuwe vragen die je meeneemt in de voorbereiding op het gesprek. Het gesprek was gelukkig een mooi gesprek over onze visie, waarin werd teruggeblikt, maar waarin we ook vooruit hebben gekeken en nagedacht over onze ontwikkeling de komende periode. Zo blijf je jezelf als lerarenopleider ontwikkelen.

Opbrengsten en verduurzaming
Zo hebben ik en zes andere leden van onze Opleidingsschool Zutphen onszelf geprofessionaliseerd door samen in gesprek te gaan over de rol die we als lerarenopleider vervullen en te onderzoeken op welke wijze we samen de opleidingspraktijk binnen Zutphen kunnen versterken. Studenten zullen bijvoorbeeld merken dat onze opleiders bewuster zijn van hun handelen (waarom doen we wat we doen) en dat studenten meer samenhang ervaren tussen het leren op het instituut en het werkplekleren. Werkplekbegeleiders zullen merken dat onze opleiders meer dezelfde taal spreken en dat we in de professionalisering meer de diepte in kunnen gaan. Tijdens besprekingen met school- en instituutsopleiders zal er de komende periode meer aandacht zijn voor het versterken van onze bijeenkomsten met werkplekbegeleiders door actiever samen aan de slag te gaan met werkvormen die werkplekbegeleiders met elkaar in gesprek laten gaan over hun visie op opleiden.