Blog

Blog in Coronatijd #3

Lees de derde blog in een serie over leven en werken in tijden van een intelligente lockdown in Coronatijd.

Blog in Coronatijd #3

Prolongeren in digitale groepen (Velon werkzaamheden in Coronatijd)

Monique Bekker | Prolongatiebegeleidermei 2020

Ook als prolongatiebegeleiders moesten we er aan geloven: met elkaar in de groep, maar dan wel vanuit onze eigen thuiswerkplek. Niet iedereen zag het meteen als een kans, maar als beoordelaar van opleiders kun je natuurlijk niet (digitaal) achter blijven.

Vanuit enthousiasme begon ik maar eens te onderzoeken wat ik zelf te bieden had. Als zelfstandige kon ik geen gebruik maken van Teams of Zoom. Gelukkig bleek Skype wel voor handen. Mijn Skype ervaring bestond tot nu toe uit 1 op 1 contacten, en daar was ik best tevreden over. Hoe het in groepen moest, daar had ik nog niet over nagedacht. Wat voor mij wel vast stond, was dat het zoveel mogelijk op een ‘live’ bijeenkomst moest lijken.

De opstartfase

Na eenieder op te dragen om een Skypenaam aan te maken, kon de test beginnen. ‘Hallo, zien (en horen) jullie mij?’ Meer dan ooit bleek hoe belangrijk de verbondenheid is. Zonder verbondenheid kon je letterlijk niet meedoen aan de bezigheden van de groep. In de digitale groep is iedereen ‘zien’ buitengewoon belangrijk. Kennismaken met elkaar diende dus niet te worden overgeslagen, ook al waren we al aardig op de hoogte van elkaars opleidersleven, door de biografieën te lezen.  Echter, net als in de live sessies, was het fijn om een eerste contact te leggen.

Het was best lastig om de (digitale) tool (in dit geval Skype) te hanteren, je tegelijkertijd op het proces te richten en ook nog naar de presentaties te luisteren. In één van de sessies verbrak ik zelf de verbinding per ongeluk, en leerde ik dat ik van te voren ook moest benoemen hoe men weer kon aansluiten. Het bleek handig om naast de communicatie via het beeld, ook nog een andere communicatieweg ter beschikking te hebben staan, bijvoorbeeld via de mail op de telefoon. Soms hadden we 2 of 3 lijnen openstaan. Ik had ook gevraagd of iedereen zijn presentatie alvast wilde delen via de mail, voor het geval delen via Skype ter plekke niet lukken zou. Dat was heel fijn, want soms hadden deelnemers niet echt een goede verbinding.

Ook was het belangrijk om, net als in ‘live’ groepen, de normen en waarden neer te zetten. Hoe meer duidelijkheid, hoe veiliger men zich voelt. Afspreken hoe je zichtbaar maakt dat je iets wilt zeggen, bijvoorbeeld door je hand op te steken, bleek een fijne regel. (un)Muten heb ik niet gebruikt, alhoewel dat wel handig bleek, toen één van de kandidaten een appel ging eten.

De uitvoeringsfase

Als groepsleider in een prolongatietraject laveer je tussen leiden en aansluiten, door enerzijds samen te vatten en tijd te bewaken en anderzijds feedback op het proces te geven. Dat was niet anders dan normaal. Ik merkte dat ik soms afgeleid was omdat je letterlijk in iemands werkplek kijkt. Best leuk om foto’s, beeldjes of bijzondere planten te zien staan, maar opletten dat je wel gefocust op de inhoud blijft. Goed leiderschap leek in sommige sessies voor mij gelijk te staan met goed kunnen omgaan met de digitale middelen, terwijl dit natuurlijk niet zo hoeft te zijn. Het maakte mij, en sommige kandidaten best onzeker. Mild hier in zijn voor jezelf als digitale groepsleider, is helpend, zeker als je als groepsbegeleider niet vaak digitale bijeenkomsten hebt gedaan.


De digitale bijeenkomsten werden door mij best strak geleid, meer dan de live bijeenkomsten. Misschien is dat de houvast die ik in ‘live’ groepen minder nodig heb. Je ziet dan toch aan iemands houding of hij iets wil inbrengen, en kunt ook makkelijker even aangeven wanneer hij iets kan zeggen. Ik had daarom het gevoel dat een afsluitende groepsdiscussie minder op gang kwam. Omdat je de deelnemers minder kunt ‘lezen’, kun je ook minder goed empathische feedback geven zoals: ‘Liesbeth, ik zie dat jij nog niet voldoende antwoord op je vraag hebt, klopt dat?’ .Je moet het echt navragen. Op zich is dat ook niet verkeerd omdat je dan ook echt weet of je het bij het juiste einde hebt.  Mijn deelnemers waren overigens  zeer gedisciplineerd in het pakken en geven van spreektijd. De ‘muteknop’ (die ik trouwens niet had), was niet nodig.

De afrondingsfase

Nadat alle deelnemers hun biografie hadden ingebracht en de peerassesor-rollen hadden vervuld, ging de groep weer uit elkaar. Hier was weinig verschil met de live groepen. De beoordelingsprocedure werd kort toegelicht en er werden nog enkele vragen gesteld. Omdat een groep digitaal snel(ler) ontbonden wordt, is er geen gelegenheid om nog even na te praten, zoals soms bij een koffie- of lunchpauze.  Mogelijk kun je – in zo’n geval – de tool nog even open laten staan, als je dat wenst. Belangrijk is ook om te onderzoeken of je daar zelf wel of niet bij wilt zijn. Wellicht wil je deelnemers nog wat ruimte geven. In het geval van de peerassessments, heb ik er niet voor gekozen.  Door de bijeenkomst snel te beëindigen, verklein je de mogelijkheid tot beïnvloeding van elkaar als peerbeoordelaar. Deelnemers kunnen eventueel later nog wel contact met elkaar zoeken, maar dan vanuit het idee dat ze meer van elkaars opleiderswerkzaamheden willen weten. Net als in de real life bijeenkomsten bedankte ik alle deelnemers voor hun inzet en betrokkenheid, en spraken we een klein afscheidsritueel af. Dit kun je doen door bijvoorbeeld even naar elkaar te zwaaien of de duim op te steken. Wij zwaaiden nog even naar elkaar.

Al met al is het digitale proces mij niet tegen gevallen, en zie ik kansen voor mensen die van ver moeten komen, of zich niet helemaal lekker voelen. Toch gaat er voor mij niets boven een echt samen zijn, en ik spreek de wens uit om elkaar spoedig weer ‘live’ te kunnen ontmoeten.

__________________________________

Bovenstaande blog is de derde in een serie over leven en werken in tijden van een intelligente lockdown in Coronatijd. Eerdere blogs vind je hieronder.

Blog #2 Gesloten (hoge)scholen en Samen Opleiden (Mariëlle Theunissen)

Blog #1: Writing mini picturebook lessons for English language teachers in times of Covid-19 (Gail Ellis & Tatia Gruenbaum)